Laatst geüpdatet op april 12, 2024 by Redactie
Attention deficit hyperactivity disorder is een ziekte die veel voor komt bij kinderen. Maar ADHD kan ook bij volwassenen voorkomen, al ligt dit percentage beduidend lager. Hoewel het vrij vaak voorkomt, bestaan er nog steeds veel misvattingen. Dus hier zijn vijf belangrijke dingen die je moet weten als je een ouder bent van een kind met ADHD.
1. De kenmerkende symptomen zijn onoplettendheid, hyperactiviteit en impulsiviteit
De meeste kinderen zijn af en toe onoplettend, impulsief en hyperactief. Maar voor een diagnose van ADHD, moeten deze symptomen aanzienlijk interfereren op meerdere plaatsen, zoals op school en thuis. Dit is een kinderziekte, wat betekent dat de symptomen vóór de adolescentie aanwezig moeten zijn. De symptomen kunnen in de kleuterklas beginnen, maar de meeste kinderen worden pas in de kindertijd gediagnosticeerd. De symptomen kunnen in de loop van de tijd veranderen, waarbij hyperactiviteit en impulsiviteit meer uitgesproken zijn bij jonge kinderen, terwijl middelbare scholieren en jonge volwassenen vaak meer moeite hebben met aandacht. Veel kinderen zullen hun symptomen ontgroeien, maar anderen niet, dus het kan een persoon in zijn volwassenheid beïnvloeden.
Lees ook: Een kind met ADHD? Deze tips helpen je bij je zorgverzekering
2. Er zijn verschillende soorten: overwegend hyperactieve/impulsieve presentatie; overwegend nonchalante presentatie; gecombineerde presentatie
De meeste kinderen met ADHD hebben een combinatie van onoplettendheid, impulsiviteit en hyperactiviteit en worden gediagnosticeerd met ADHD-gecombineerde presentatie. Andere kinderen die het meest worstelen met hyperactiviteit en impulsiviteit, krijgen de diagnose ADHD-hyperactieve/impulsieve presentatie. Een derde groep heeft overwegend problemen met aandacht. Hoewel je vaak zult horen dat deze kinderen ADD (Attention Deficit Disorder Disorder) hebben, is de juiste term ADHD-overwegend onoplettende presentatie. Meisjes hebben vaker onoplettende symptomen dan jongens.
3. Het is een op de hersenen gebaseerde stoornis
Kinderen kunnen de symptomen niet overwinnen door “proberen zich te concentreren” of door zichzelf bereid te tonen om “op te letten.” Beeldvormingsstudies in de hersenen hebben aangetoond dat mensen met de stoornis structureel andere hersens hebben dan mensen zonder ADHD. Het werkt ook in gezinnen. Kinderen van wie de ouders het hebben, hebben een kans van 40% tot 60% om het ook te krijgen. Soms kan de diagnose van een kind de eerste aanwijzing zijn dat een ouder ADHD heeft.
Lees ook: 20 dingen om te onthouden als je van iemand houdt die ADHD heeft
4. De symptomen kunnen school-, gezins- en sociale relaties moeilijk maken
School vereist aandacht en organisatorische vaardigheden, dingen die moeilijk kunnen zijn voor kinderen met ADHD. Ze kunnen moeite hebben met huiswerk, moeite hebben met het organiseren van hun gedachten en problemen hebben met vooruitdenken en plannen. Bovendien is het gebruikelijk dat kinderen met ADHD ook leerproblemen hebben, zoals dyslexie, waardoor schoolwerk nog uitdagender wordt. Hoewel kinderen met ADHD over het algemeen geen specifiek probleem hebben met sociale vaardigheden, kunnen problemen met emotieregulatie en impulsiviteit interfereren met persoonlijke relaties, en dus kan het voor hen moeilijk zijn om vriendschappen te onderhouden. Het kan ook moeilijk voor hen zijn om sociale regels te volgen, hun emoties te beheersen of het juiste te zeggen. Ten slotte kunnen problemen met de organisatie, planning en aandacht voor wat er tegen hen wordt gezegd, vele aspecten van het privéleven behoorlijk moeilijk maken. Relaties met ouders en broers en zussen kunnen veel meer werk vergen.
5. Er zijn goede behandelingen beschikbaar voor kinderen
Naast natuurlijke alternatieven voor ADHD, zijn er verschillende door onderzoek ondersteunde therapieën die de symptomen kunnen helpen verlichten. Enkele van de meest effectieve benaderingen combineren verschillende therapieën, bijvoorbeeld: medicatie, gedragstherapie, opvoeding en training en ADHD-coaching.
Lees ook: Meer zonlicht, minder ADHD: Mogelijkheden voor preventie?