Alledaagse sociale interacties voorspellen de taalontwikkeling bij zuigelingen

Alledaagse sociale interacties voorspellen de taalontwikkeling bij zuigelingen

Laatst geüpdatet op april 12, 2024 by Redactie

Een ouder die interactie heeft met een baby is een hartverwarmend en universeel tafereel. De ouder spreekt met een hoge stem – bekend als ‘parentese’ – omdat hij of zij positief reageert op het gebabbel en de gebaren van de baby, meestal met oogcontact en een glimlach. Deze verbindingen zorgen niet alleen voor een ontroerend zicht. Uit nieuw onderzoek van het Institute for Learning & Brain Sciences (I-LABS) van de Universiteit van Washington blijkt dat ze ook belangrijk zijn voor de groei van de kindertaal.

In een studie gebruikten onderzoekers een veilige en niet-invasieve hersenscantechniek genaamd magnetoencephalography, of MEG, om de hersenactiviteit van baby’s te monitoren tijdens sociale en niet-sociale interacties met dezelfde volwassene. Ze ontdekten dat wanneer de volwassene sociaal sprak en speelde met een baby van vijf maanden, de hersenactiviteit van de baby vooral toenam in de regio’s die verantwoordelijk zijn voor aandacht – en het niveau van dit soort activiteit voorspelde een verbeterde taalontwikkeling op latere leeftijd. Dit ‘sociale’ scenario werd vergeleken met een ‘niet-sociaal’ scenario waarin de volwassene zich van de baby afwendde om met iemand anders te praten. Deze interactie toonde lagere activiteitsniveaus in dezelfde hersengebieden.

“Dit is de eerste studie waarin de hersenreacties van baby’s op de sociale interactie tussen volwassenen en baby’s rechtstreeks worden vergeleken met niet-sociale interactie, en vervolgens de kinderen worden gevolgd tot ze de leeftijd van 2,5 jaar bereiken om te zien hoe de vroege hersenactivatie zich verhoudt tot de toekomstige taalvaardigheden van het kind. ”, zegt hoofdauteur Alexis Bosseler, onderzoekswetenschapper bij I-LABS.

Dankzij de MEG-technologie voor hersenbeeldvorming kon de baby op natuurlijke wijze bewegen en communiceren met de volwassene, waardoor onderzoekers het vuren van neuronen uit meerdere gebieden in de hersenen van de baby konden volgen terwijl de volwassene met de baby praatte, ermee speelde en naar de baby glimlachte. Vervolgens controleerden ze voor de tweede keer de hersenactiviteit van het kind terwijl de volwassene zich omdraaide en aandacht op iemand anders richtte.

Deze acties vinden van nature elke dag plaats tussen volwassenen en baby’s, en uit het onderzoek bleek dat ze verschillende meetbare effecten hebben op de hersenen van een baby. Onderzoekers ontdekten dat verhoogde neurale activiteit als reactie op de sociale interactie op 5 maanden een verbeterde taalontwikkeling op vijf latere leeftijden voorspelde: 18, 21, 24, 27 en 30 maanden. De onderzoekers volgden de taalontwikkeling van baby’s met behulp van een goed gedocumenteerde en gevalideerde enquête waarin ouders werden gevraagd naar woorden en zinnen die hun baby’s thuis uitspreken.

“Het verband tussen vroege hersenreacties en latere taal komt overeen met de fascinatie van wetenschappers voor de vroege leeftijdsperiode en opent veel nieuwe vragen die wij en anderen zullen onderzoeken”, zegt co-auteur Andrew Meltzoff, mede-auteur van I-LABS. directeur en een UW-professor in de psychologie.

Onderzoekers kozen voor het onderzoek baby’s van vijf maanden oud, omdat die leeftijd vlak voor de ‘gevoelige periode’ ligt voor het leren van spraak-taal, die begint rond de leeftijd van ongeveer zes maanden. Zodra deze periode begint, is het vooral belangrijk dat baby’s volwassenen observeren, omdat aandacht het leren bevordert.

Het gebruik van parentese bij baby’s vertegenwoordigt een intuïtief verlangen om verbinding te maken, zegt Patricia Kuhl, senior auteur en mededirecteur van I-LABS.

“Er bestaat een impliciet besef dat taal over verbinding gaat”, zegt Kuhl. “Het gaat om een communicatief traject tussen jou en de ander. Dit begint al in de kinderschoenen met de wens om die communicatieve verbinding te maken.”

De resultaten van het onderzoek zijn vooral belangrijk voor ouders en vroege opvoeders om te begrijpen, zei Kuhl.

“We wisten uit eerder onderzoek dat sociale interactie essentieel is op de leeftijd van 9 maanden voor het leren van vreemde talen, maar de huidige studie laat zien dat sociale interactie al veel eerder een rol speelt”, zegt Kuhl. “Het onderzoek toont aan dat het natuurlijke gebruik van parentese door ouders, in combinatie met een glimlach, aanraking en hun warme heen-en-weer-reacties op de acties van de baby, een reële, meetbare impact hebben op de hersenen van de baby. Wij theoretiseren dat dit oudergedrag, dat wij ‘het sociale geheel’ noemen, de aandacht van baby’s trekt en vasthoudt en hen motiveert om te leren op een cruciaal moment in de ontwikkeling.”

Dit vind je misschien ook leuk