Laatst geüpdatet op mei 8, 2025 by Redactie
Veel mensen wereldwijd geloven in karma – het idee dat goddelijke gerechtigheid mensen die slechte daden verrichten zal straffen en degenen die goede daden verrichten zal belonen. Maar die overtuiging speelt zich anders af voor jezelf dan voor anderen, volgens nieuw onderzoek. Mensen zijn eerder geneigd te geloven dat ze goede dingen in hun eigen leven hebben verdiend door karmische verdienste, terwijl slechte dingen die anderen overkomen het gevolg zijn van karmische straf, aldus het onderzoek.
Cindel White, PhD, van York University, en haar collega’s wilden onderzoeken hoe de psychologische motivaties van mensen hun overtuigingen over karma sturen. De onderzoekers veronderstelden dat ons verlangen om te geloven in een rechtvaardige wereld – een wereld waarin slechte daden worden bestraft – ons ertoe aanzet ons te concentreren op karmische straf wanneer we nadenken over hoe karma anderen beïnvloedt. Een concurrerende psychologische motivatie – zelfpositiviteitsbias, of de wens om onszelf als goede mensen te zien – zorgt er echter voor dat we ons eerder richten op bewijs van goed karma in ons eigen leven.
Om dit te testen, voerden de onderzoekers verschillende experimenten uit met in totaal meer dan 2000 deelnemers. Ze vroegen hen om karmische gebeurtenissen in hun eigen leven of in het leven van anderen te herinneren en erover te schrijven. In de eerste studie analyseerden de onderzoekers gegevens van 478 deelnemers in de VS, die allemaal aangaven in karma te geloven. De deelnemers hadden een gemengde religieuze achtergrond: 29% was christelijk, 30% boeddhistisch, 22% hindoeïstisch, 4% andere religies en 15% niet-religieus.
De deelnemers kregen de opdracht om te schrijven over een karmische gebeurtenis die henzelf of iemand anders was overkomen. Getrainde programmeurs evalueerden vervolgens elk antwoord om te bepalen of het om een positieve of negatieve karmische gebeurtenis ging, en of het de deelnemer of iemand anders was overkomen. Over het algemeen kozen de meeste deelnemers (86 procent) ervoor om te schrijven over iets dat hen was overkomen. De meerderheid (59 procent) schreef over een positieve ervaring die te danken was aan goed karma. Daarentegen schreef 92 procent van de 14 procent deelnemers die schreven over een karmische ervaring die iemand anders was overkomen, over iets negatiefs.
In een tweede experiment werden meer dan 1200 deelnemers willekeurig toegewezen om te schrijven over iets dat henzelf of iemand anders was overkomen. Dit experiment omvatte deelnemers in de VS, evenals een steekproef van boeddhisten in Singapore en hindoes in India. In totaal schreef 69% van de deelnemers die waren toegewezen om over zichzelf te schrijven over een positieve karmische ervaring, terwijl slechts 18% van degenen die waren toegewezen om over iemand anders te schrijven, schreef over een positieve ervaring. Een computeranalyse van het sentiment van de woorden die deelnemers gebruikten, toonde ook aan dat de verhalen vaker een positief sentiment hadden wanneer mensen schreven over karmische gebeurtenissen in hun eigen leven.
Deze verschillen waren echter iets zwakker onder Indiase en Singaporese deelnemers vergeleken met Amerikaanse deelnemers. Dat komt overeen met bewijs uit eerder onderzoek waaruit blijkt dat zelfpositiviteitsbias in die culturen minder voorkomt dan in de VS, aldus White.
“We vonden zeer vergelijkbare patronen in meerdere culturele contexten, waaronder westerse steekproeven, waar we weten dat mensen vaak overdreven positief over zichzelf denken, en steekproeven uit Aziatische landen waar mensen eerder geneigd zijn zelfkritisch te zijn”, aldus White. “De positieve bias in karmische zelfpercepties is iets zwakker in de Indiase en Singaporese steekproeven vergeleken met de Amerikaanse steekproeven, maar in alle landen waren de deelnemers veel vaker geneigd te zeggen dat andere mensen karmische straffen ondergaan terwijl zij karmische beloningen ontvangen.”
Over het algemeen, aldus White, laat het onderzoek zien hoe mensen bovennatuurlijke overtuigingen strategisch toepassen om hen te helpen ervaringen in hun dagelijks leven te begrijpen en er een goed gevoel over te hebben.
“Nadenken over karma stelt mensen in staat om persoonlijke eer op te eisen en trots te zijn op goede dingen die hen overkomen, zelfs als niet precies duidelijk is wat ze hebben gedaan om die goede uitkomst te creëren. Het stelt mensen ook in staat om het lijden van anderen te zien als gerechtvaardigde vergelding,” zei ze. “Dit bevredigt verschillende persoonlijke motieven – jezelf als goed en waardig van geluk beschouwen, en rechtvaardigheid zien in het lijden van anderen – en bovennatuurlijke overtuigingen zoals karma kunnen juist goed zijn in het bevredigen van deze motieven wanneer andere, meer seculiere verklaringen falen.”