Laatst geüpdatet op januari 2, 2023 by Redactie
Iemand aan de dood verliezen doet pijn. Gelukkig heeft nog niet iedereen dat meegemaakt, maar de dag zal eens komen. Helaas weet niet iedereen hoe daar mee om te gaan. Wat zeg je wel, en wat zeg je niet. De beste manier om geliefden te laten weten dat je aan hen denkt, is door er voor hen te zijn als ze het nodig hebben.
Onderstaande moet je zeker niet zeggen:
Zeg niet dat de overledene naar een betere plaats is. Dit kan in jou geloof of gedachtengang zo zijn, maar neem niet aan dat degene in rouw hetzelfde voelt. Hij of zijn kan denken dat er geen betere plaats is voor zijn/haar geliefde dan naast haar/hem.
Zeg niet tegen hem of haar dat ze druk bezig moeten zijn om alles te vergeten. Hierdoor veronderstel je dat je beter met rouw om weet te gaan dan degene die in rouw is. Ook al heb jij het al meegemaakt, iedereen rouwt op zijn of haar eigen manier.
Zeg niet ik weet wat je doormaakt. Ook al is er iemand die je kent op zo een manier overleden, je relatie met die persoon was een relatie apart op zich, dus zeg dit niet of suggereer al helemaal niet hoe hij of zij hiermee om moet gaan.
Zeg niet: de dood is een geluk bij een ongeluk. Als degene leed aan zijn ziekte, moet je nooit aannemen dat hij/zij voelt dat de dood beter was.
Vraag niet: “Hoe gaat het?” Je weet het antwoord al, dus formuleer je vraag beter en zeg “Hoe voel je je?”
Mijd de persoon niet, doe gewoon en praat over alledaagse dingen. Wil hij of zij zelf over het verlies praten, laat hem/haar dan voelen dat het kan en mag.
Lees ook: Zo help je kinderen omgaan met het verlies van dierbaren en huisdieren
Luisteren is het belangrijkste. Vertel de rouwende niet hoe hij zich moet gedragen, geef geen advies en verzin geen oplossingen. Probeer ook zijn verdriet niet te minimaliseren (“Tijd heelt alle wonden” of “Je hebt gelukkig nog twee kinderen”).
Weet je niet hoe je moet reageren, geef dat gewoon toe: “Ik weet niet zo goed wat ik tegen je moet zeggen. Maar ik leef met je mee.”
Probeer het verlies bespreekbaar te maken. “Ben je nog veel met “…..” bezig?” Of: “Je moet haar wel vreselijk missen. Zeker nu met de feestdagen.”
Zeg geen oppervlakkige dingen als: “Je moet maar eens bellen als je hulp nodig hebt”. Rouwende mensen hebben daar de energie niet voor. Bel in plaats zelf eens.
Wees niet bang om de naam te noemen van de overledene. De rouwende heeft behoefte om die naam te horen, ook al is het pijnlijk.
Denk niet dat het verdriet over is wanneer de rouwende een betere dag heeft of er goed uitziet. Ups en downs zijn eigen aan een rouwproces. Het ene moment kan de rouwende het leven van alledag aan en plots voelt hij zich weer diep wanhopig en verscheurd.
Wat zeg je wel?
Ik denk aan je. En laat dat zien door er voor degene te zijn.
Zeg, ik breng de komende 3 dagen eten voor je. Als je je hulp wilt aanbieden, maak het dan concreet.
Kom af en toe terug op het verlies, ook na het eerste jaar. (“Denk je nog vaak aan “…….”?”)