Laatst geüpdatet op oktober 5, 2022 by Redactie
Het voedsel dat we eten, kan volgens nieuw onderzoek een directe invloed hebben op onze cognitieve scherpte in onze latere jaren. De studie is de eerste in zijn soort die specifieke voedingsmiddelen in verband brengt met cognitieve achteruitgang. De bevindingen tonen aan dat kaas beschermd was tegen leeftijdsgerelateerde cognitieve problemen en dat rode wijn gerelateerd was aan verbeteringen in cognitieve functie.
De studie werd geleid door hoofdonderzoeker, Auriel Willette, een assistent-professor in Food Science and Human Nutrition, en Brandon Klinedinst, een Neuroscience-promovendus die werkt op de afdeling Food Science and Human Nutrition in Iowa State. De studie is een eerste in zijn soort grootschalige analyse die specifiek voedsel verbindt met cognitieve scherpte op latere leeftijd.
Willette, Klinedinst en hun team analyseerden gegevens die waren verzameld van 1.787 ouder wordende volwassenen (van 46 tot 77 jaar oud, bij voltooiing van de studie) in het Verenigd Koninkrijk via de UK Biobank, een grootschalige biomedische database en onderzoeksbron met daarin diepgaande genetische en gezondheidsinformatie van een half miljoen Britse deelnemers. De database is wereldwijd toegankelijk voor erkende onderzoekers die vitaal onderzoek doen naar ’s werelds meest voorkomende en levensbedreigende ziekten.
Lees ook: 9 combinaties van wijn en gerechten voor de perfecte feestdagen maaltijd
Deelnemers voltooiden een Fluid Intelligence Test (FIT) als onderdeel van een touchscreen-vragenlijst bij baseline (opgesteld tussen 2006 en 2010) en vervolgens in twee vervolgbeoordelingen (uitgevoerd van 2012 tot 2013 en opnieuw tussen 2015 en 2016). De FIT-analyse geeft een momentopname van iemands vermogen om “on the fly te denken”.
Deelnemers beantwoordden ook vragen over hun voedsel- en alcoholgebruik bij aanvang en via twee follow-upbeoordelingen. De voedselfrequentievragenlijst vroeg de deelnemers naar hun inname van vers fruit, gedroogd fruit, rauwe groenten en salade, gekookte groenten, vette vis, magere vis, bewerkt vlees, gevogelte, rundvlees, lamsvlees, varkensvlees, kaas, brood, ontbijtgranen, thee en koffie , bier en cider, rode wijn, witte wijn en champagne en sterke drank.
Hier zijn vier van de belangrijkste bevindingen uit de studie:
- Kaas bleek verreweg het meest beschermende voedsel te zijn tegen leeftijdsgerelateerde cognitieve problemen, zelfs op latere leeftijd;
- De dagelijkse consumptie van alcohol, met name rode wijn, hield verband met verbeteringen in de cognitieve functie;
- Wekelijkse consumptie van lamsvlees, maar niet van ander rood vlees, bleek het cognitieve vermogen op de lange termijn te verbeteren; en
- Overmatige consumptie van zout is slecht, maar alleen personen die al risico lopen op de ziekte van Alzheimer, moeten mogelijk op hun inname letten om cognitieve problemen na verloop van tijd te voorkomen.
“Ik was aangenaam verrast dat onze resultaten suggereren dat verantwoord kaas eten en dagelijks rode wijn drinken niet alleen goed zijn om ons te helpen omgaan met onze huidige COVID-19-pandemie, maar misschien ook om het hoofd te bieden aan een steeds complexere wereld die nooit lijkt te vertragen”, zei Willette. “Hoewel we er rekening mee hielden of dit alleen te wijten was aan wat welvarende mensen eten en drinken, zijn gerandomiseerde klinische onderzoeken nodig om te bepalen of het maken van eenvoudige veranderingen in ons dieet onze hersenen op significante manieren zou kunnen helpen.”
Lees ook: Zo maak je het perfecte kaasplankje voor de feestdagen
Klinedinst voegde toe: “Afhankelijk van de genetische factoren die je bij je draagt, lijken sommige individuen beter beschermd te zijn tegen de effecten van Alzheimer, terwijl andere een groter risico lijken te lopen. Dat gezegd hebbende, geloof ik dat de juiste voedselkeuzes de ziekte en cognitieve achteruitgang kunnen voorkomen. Misschien is de zilveren kogel die we zoeken, het verbeteren van onze manier van eten. Weten wat dat inhoudt, draagt bij tot een beter begrip van de ziekte van Alzheimer en om deze ziekte in een omgekeerd traject te brengen.”
