Hoe ontwikkelen onze persoonlijkheden zich? Waarmee komen we en wat is voortgekomen uit onze ervaringen? Als de persoonlijkheid eenmaal is ontwikkeld, hoe werkt deze dan? Deze vragen zijn bijna net zo lang een tegenstelling als de psychologie heeft bestaan. In een artikel pakt Carol Dweck deze kwesties aan. Ze stelt voor dat onze persoonlijkheden zich ontwikkelen rond basisbehoeften, en ze begint met het documenteren van de drie basale psychologische behoeften waar we allemaal mee te maken hebben: de noodzaak om onze wereld te voorspellen, de noodzaak om competentie te bouwen om te handelen op onze wereld, en, omdat we sociale wezens zijn, de behoefte aan acceptatie van anderen. (Ze laat ook zien hoe nieuwe behoeften later ontstaan uit combinaties van deze basisbehoeften.)
Zuigelingen zijn zeer voorbereid om aan deze behoeften te voldoen – het zijn briljante, gulzige leerlingen die op zoek zijn naar informatie die relevant is voor de behoeften. En als baby’s proberen aan hun behoeften te voldoen, gebeurt er iets belangrijks. Ze beginnen overtuigingen te bouwen over hun wereld en hun rol daarin: is de wereld goed of slecht, veilig of gevaarlijk? Kan ik op mijn wereld reageren om aan mijn behoeften te voldoen? Deze overtuigingen, plus de emoties en actietendensen die bij hen worden opgeslagen, worden ‘BEATs’ genoemd. Ze vertegenwoordigen de geaccumuleerde ervaringen die mensen hebben gehad om aan hun behoeften te voldoen, en ze spelen een sleutelrol in de persoonlijkheid – zowel de onzichtbare als de zichtbare delen van de persoonlijkheid.
Het onzichtbare deel van persoonlijkheid bestaat uit de behoeften en BEATs. Ze vormen de basis van persoonlijkheid en ze drijven en begeleiden het zichtbare deel. Het zichtbare gedeelte gebeurt wanneer de behoeften en BEATs de werkelijke doelen creëren die mensen in de wereld nastreven – wat mensen feitelijk doen.
Neem het volgende voorbeeld. Sommige mensen zijn consciëntieus; ze streven actief naar prestaties en oefenen zelfdiscipline en doorzettingsvermogen uit. Dat is het zichtbare gedeelte. Iedereen heeft behoefte aan competentie, maar hoe mensen competentie nastreven – of dat nu op een gewetensvolle manier gebeurt – zal afhangen van hun BEATs (het onzichtbare deel, zoals hun overtuigingen). Onderzoek toont aan dat sommige mensen geloven dat hun capaciteiten eenvoudigweg vaste eigenschappen zijn. Wanneer ze worden geconfronteerd met een uitdagende taak, kunnen ze in plaats daarvan een gemakkelijkere kiezen omdat de uitdagende taak een risico met zich meebrengt. Het kan hun gefixeerde vermogen als gebrekkig aan de kaak stellen; het zou hun gevoel van bekwaamheid kunnen ondermijnen. Echter, andere mensen geloven dat hun capaciteiten kunnen worden ontwikkeld. Ze zijn meer geneigd om de uitdagende taak te verwelkomen en zich eraan te houden in het geval van tegenslagen om hun competentie te ontwikkelen. Ze tonen de kenmerken van consciëntieusheid. Met andere woorden, onderliggende BEAT’s kunnen een uitgesproken effect hebben op de zichtbare “persoonlijkheid” die mensen weergeven wanneer ze hun doelen nastreven.
Temperament kan ook belangrijk zijn. Als kinderen bijvoorbeeld verlegen of angstig zijn, kan het bepaalde behoeften (zoals de behoefte aan voorspelbaarheid) sterker maken dan anderen en het kan van invloed zijn op de manier waarop ze reageren op dingen die hen overkomen – die beide de BEATs kunnen vormen die ze ontwikkelen en overdragen.
Wat zijn de implicaties van deze theorie? Ten eerste betekent dit dat onze persoonlijkheid zich ontwikkelt rond onze motivaties (onze behoeften en doelen) en niet alleen gaat over eigenschappen waarmee we zijn geboren. De theorie onthult ook de onzichtbare delen van de persoonlijkheid en laat zien hoe we belangrijke BEATs (met name overtuigingen) kunnen identificeren en aanpakken om persoonlijkheidsverandering te bevorderen.
Kortom, zoals grote, klassieke theorieën van de vorige eeuw, brengt de huidige theorie onze motivaties, onze persoonlijkheid en onze ontwikkeling samen in één kader en helpt licht werpen op processen die bijdragen aan het welzijn en de menselijke groei.