Het Stedelijk vestigt de aandacht op de grootste uitdaging van deze tijd: de klimaatcrisis. De tentoonstelling It’s Our F***ing Backyard laat zien dat ontwerpers een belangrijk verschil kunnen maken: zij laten ons met vernieuwende experimenten of juist door terug te grijpen op lokale kennis radicaal anders naar materialen kijken en bieden ons design dat zowel verantwoord als esthetisch, comfortabel en bereikbaar is. De tentoonstelling is te zien van 26 mei – 4 september 2022.
Ontwerpers vinden verrassende toepassingen voor natuurlijke materialen. Zo is er een scooter van onder meer hennep te zien, bioplastic ski’s van algen en verfde Claudy Jongstra volgens een bijzonder oud en natuurlijk recept stoffen voor Viktor & Rolf. Ook zien ontwerpers mogelijkheden voor het afval waar niemand meer iets mee dacht te kunnen. De resten van de parfumindustrie zijn de grondstoffen voor biocomposiet, sinaasappelschillen de bouwstenen voor een mooie lamp (die er ook nog eens lekker naar ruikt) en Adidas heeft een circular sneaker in productie.
Plastic afval spreekt bij designers duidelijk tot de verbeelding. Iris van Herpen maakte er een haute couture jurk van, er zijn oceaanplastic sieraden gemaakt voor Balenciaga en Ocean Clean Up-zonnebrillen. En er is een gerecyclede kinderstoel gemaakt van – afgedankt kinderspeelgoed.
Veel van de ontwerpen uit de tentoonstelling zijn verkrijgbaar voor consumenten. En soms hoef je zelf niets te kopen. Van de leentassen van Elisa van Joolen wordt je bijvoorbeeld geen eigenaar maar de tijdelijke bewaarder van een tas, en geef je die door.
De tachtig projecten van ontwerpers en bedrijven van over de hele wereld geven een overzicht van verschillende strategieën om tot een beter materiaalgebruik te komen. De tentoonstelling gaat ook in op hoe de uitputting van de bodem samenhangt met praktijken van het kolonialisme, die nog altijd door sommige multinationals worden voortgezet.
ALGEN EN KOEIENBLOED
Ontwerpers hergebruiken allerlei afvalstoffen voor nieuwe producten en zetten de kracht van de natuur in om tot ongebruikelijke materialen te komen. Zo verwerkt designstudio Bentu keramiekafval in meubels, zet Tamara Orjola dennennaalden om in textiel en bedacht Basse Stittgen een servies van koeienbloed. De innovaties gaan van experimentele onderzoeken tot eeuwenoude ambachtelijke technieken in een nieuwe toepassing. Claudy Jongstra introduceerde middeleeuwse natuurlijke verfrecepten in de mode van Viktor & Rolf en Seok-hyeon Yoon gebruikte de eeuwenoude ott-laktechniek om recyclebare keramiek te maken. Maartje Dros en Erik Klarenbeek experimenteren met diatomeeën (micro-algen), die CO2 binden, om glas te maken. Daarnaast zijn er projecten die zich richten op energieopwekking die het milieu minder belast, die afzien van het toevoegen van materiaal door op een leeneconomie over te gaan en initiatieven die gebruikers tot andere inzichten willen verleiden. Alle getoonde projecten geven een nieuwe impuls aan de industrie en creëren meer bewustwording over onze footprint.
ONTWERPERS, PRODUCENTEN EN NIEUWE AANWINSTEN
In de tentoonstelling worden zowel experimenten en prototypes getoond als producten die al op de markt zijn. Met werk van onder meer Fernando Laposse, FormaFantasma, Christien Meindertsma, Shahar Livne, Donghoon Sohn, Alexandra Kehayoglou en van producenten als Vitra en Ikea. Ontwerpers gaan ook nieuwe allianties aan. Zo ontwierp de Balinese designstudio Space Available samen met DJ Peggy Gou een stoel van 20 kilo plastic afval verzameld in Indonesië.
Het Stedelijk wenst de eigen collectie vormgeving op dit punt uit te breiden. De tentoonstelling is dan ook aanleiding voor nieuwe aanwinsten, zoals recente aankopen van Carissa Ten Tije, Yamuna Forzani, Seok-hyeon Yoon, Joana Schneider, Seungbin Yang, Audrey Large, Tamara Orjola, Yasmin Bawa en Marjan van Aubel en schenkingen van Circuform (Ineke Hans) en Space Available bewijzen.
KLIMAATRECHTVAARDIGHEID
Verschillende onderzoeken tonen aan dat de wortels van het huidige klimaatprobleem voor een groot deel in het kolonialisme liggen, in de toe-eigening van land en de exploitatie en vernietiging van natuur, mens en dier. De scheve machtsverhoudingen die toen zijn ontstaan, zijn vaak nog steeds zichtbaar. Nu zijn het naast overheden vooral ook multinationale bedrijven die de bodem uitputten. Het Stedelijk werd op dit gebied geadviseerd door Raki Ap (spreker/gastdocent, woordvoerder Free West Papua NL en één van de grondleggers in Nederland van Inheemse perspectieven op klimaatverandering) en Chihiro Geuzebroek (trainer/spreker en interdisciplinair maker op het gebied van klimaatrechtvaardigheid, kolonialisme, Inheemse soevereiniteit, kunst & activisme). Sinds de opkomst van industriële technologieën is lokale kennis vaak genegeerd, terwijl die ons juist veel kan leren over hoe we meer in symbiose met de natuur kunnen leven. Het Stedelijk selecteerde voor de tentoonstelling werk van ontwerpers die in verschillende projecten deze kennis nieuw leven inblazen.
LAVFA LAB
Dat afval niet waardeloos is, kun je ook ervaren in het Familielab, dat het creatieve collectief Hotmamahot omtoverde tot het LAVFA LAB. Deze makers zien de waarde in afval en noemen het daarom liever lavfa – geen waardeloze materie, maar materiaal waar je een nieuwe betekenis aan kunt geven. Bezoekers kunnen in het LAVFA LAB een duik nemen in een plastic infinity pool of experimenteren met plastic flessen en metalen doppen, die uitvergrote atomen voorstellen.