Wetenschappers van de Universiteit van York hebben aangetoond dat de manier waarop we met onze hondenvrienden praten belangrijk is bij het opbouwen van relaties tussen huisdier en eigenaar, vergelijkbaar met de manier waarop ‘babypraat’ is om een baby en een volwassene aan elkaar te binden. Spraakinteractie-experimenten tussen volwassen honden en mensen hebben aangetoond dat het zogenaamde “hondenpraat” de aandacht verbetert en mensen kan helpen om sociaal verbonden te zijn met hun huisdieren. Eerdere studies over communicatie met honden hadden gesuggereerd dat praten met een hoge stem met overdreven emotie, net zoals volwassenen doen met baby’s, verbeterde betrokkenheid had bij puppy’s, maar maakte weinig verschil met volwassen honden. Onderzoekers in York hebben deze theorie getest met nieuwe experimenten die zijn ontworpen om meer te begrijpen waarom mensen zo met honden praten en of het op een of andere manier nuttig is voor de honden, of dat mensen dit doen omdat ze honden op dezelfde manier willen behandelen als baby’s.
In tegenstelling tot eerdere experimenten plaatste het onderzoeksteam echte mensen in dezelfde kamer als de hond, in plaats van spraak uit te zenden via een luide spreker zonder een aanwezig mens. Dit maakte de set-up veel natuurlijker voor de honden en hielp het team testen of honden niet alleen meer aandacht besteedden aan ‘hondenpraat’, maar ook gemotiveerd waren om meer tijd door te brengen met de persoon die op die manier met hen had gesproken.
Onderzoekers deden een reeks spraakproeven met volwassen honden, waarbij ze de kans kregen om naar iemand te luisteren met behulp van een op honden gerichte spraak met zinnen als ‘je bent een braaf hondje’ en ‘zullen we gaan wandelen?’ en vervolgens een andere persoon die een op volwassenen gerichte toespraak gebruikt zonder hondengerelateerde inhoud, zoals ‘Ik ging gisteravond naar de bioscoop’. Aandacht tijdens de spraak werd gemeten en na de spraak mochten de honden kiezen met welke spreker ze fysiek wilden omgaan. De sprekers mengden vervolgens de door honden geregisseerde spraak met niet-hondgerelateerde woorden en toespraak voor volwassenen met hondgerelateerde woorden, om de onderzoekers te laten inzien of het de hoge toon was van de spraak waar honden zich aangetrokken voelden of de woorden zelf.
De onderzoeker, zei: “We hebben ontdekt dat volwassen honden vaker interactie wilden hebben en tijd doorbrachten met de spreker die hondgerichte spraak met hondengerelateerde inhoud gebruikte, dan zij die dat deden met volwassen-gerichte spraak zonder hond-gerelateerde inhoud.
“Toen we de twee soorten spraak en inhoud door elkaar haalden, toonden de honden geen voorkeur voor de ene spreker boven de andere. Dit suggereert dat volwassen honden hond-relevante woorden moeten horen spreken met een hoge stem om het relevant te vinden”.