Laatst geüpdatet op januari 16, 2024 by Redactie
Je hebt er waarschijnlijk nog nooit zo over nagedacht, maar bijna iedereen wiegt een baby in één specifieke arm. De overgrote meerderheid van de mensen wiegt een baby altijd in de holte van hun linkerarm. Waarom is dat?
“Onderzoekers hebben geprobeerd dit fenomeen te verklaren”, zegt Audrey van der Meer, hoogleraar neuropsychologie aan de afdeling Psychologie van de Noorse Universiteit voor Wetenschap en Technologie (NTNU).
Het is ongetwijfeld een fenomeen en verschillende onderzoeken bevestigen het; de overgrote meerderheid van de mensen geeft er de voorkeur aan een baby in de holte van hun linkerarm te wiegen. Ook kunstenaars hebben dit opgemerkt.
“De Maagd Maria wordt meestal afgebeeld met het kindje Jezus in de holte van haar linkerarm”, zegt professor van der Meer.
De hoogleraar heeft het fenomeen eerder bestudeerd en heeft het nu nader onderzocht in een overzichtsartikel waarin de nieuwste empirische data en meta-analyses op dit gebied zijn opgenomen.
Drie op de vier mensen wiegen hun baby in hun zwakste arm
Toen van der Meer en Åsmund Husby een paar jaar geleden samenwerkten, studeerde Husby psychologie. Onder leiding van Van der Meer schreef hij een experimentele bachelorscriptie over het fenomeen. In dat jaar was Husby een van de 35 studenten die wieggegevens verzamelden van familie en vrienden, kleuterscholen, scholen en sportclubs. Iedereen moest de poppentest uitvoeren op 20 personen, waarvan er minimaal 5 linkshandig moesten zijn.
Ze testten 765 mensen tussen 4 en 86 jaar. Deze mensen werd gevraagd een pop in de holte van één arm te wiegen. De onderzoekers ontdekten dat 567 van hen (75 procent) de pop in de holte van hun niet-dominante arm wiegden. Ze testten de handigheid van de proefpersonen met behulp van een continue schaal.
Hartslag of gehoor?
Eén theorie is dat de meeste mensen een baby naar links wiegen, zodat ze hun hartslag beter kunnen horen. Bij bijna alle mensen bevindt het hart zich meer aan de linkerkant. Kan het geluid van een kloppend hart een baby kalmeren of meer in verband brengen met een volwassene?
Of heeft het misschien iets met ons gehoor te maken? Mensen nemen informatie in de vorm van geluid vaak sneller waar met hun linkeroor dan met hun rechteroor. De theorie is dat de meeste mensen een baby naar links wiegen, omdat we dan ons linkeroor en oog gebruiken om informatie te krijgen over de emotionele toestand van de baby. Signalen van links worden naar de rechterhersenhelft gestuurd, die gespecialiseerd is in het interpreteren van emoties en gezichten.
Maar misschien is de meest intuïtieve verklaring ook de meest correcte.
Geassocieerd met de dominante arm
Een paar jaar geleden publiceerde Van der Meer samen met onderzoeker Åsmund Husby een empirisch onderzoek. Deze theorie stelt dat het fenomeen nauw verwant is aan de arm die we het meest gebruiken.
“Interessant genoeg wordt dit niet als een adequate verklaring beschouwd, ook al lijkt het intuïtief logisch”, zegt professor van der Meer.
Nieuwe bevindingen hebben deze theorie versterkt.
“Negen op de tien mensen in de wereld zijn rechtshandig. Wij geloven nog steeds dat dit de beste verklaring is waarom de overgrote meerderheid van de mensen baby’s in de holte van hun linker, niet-dominante arm wiegt”, zegt van der Meer.
Meestal doen we iets anders terwijl we een baby vasthouden, en niet alleen maar poseren voor een foto of ermee pronken. We doen dus eigenlijk wat het handigst is.
We willen dat onze ‘beste arm’ vrij is om andere dingen te doen
De meesten van ons wiegen een baby naar links om onze rechterhand vrij te hebben. Over het algemeen is het voor linkshandige mensen heel natuurlijk om een baby in de holte van hun rechterarm te wiegen.
“Het is misschien interessant om te vermelden dat er veel foto’s zijn van William, de Prins van Wales, die een baby in de holte van zijn rechterarm wiegt. Hij is linkshandig”, zegt hoogleraar van der Meer. De rechtshandige Kate, de prinses van Wales, wiegt baby’s echter in haar linkerarm, zoals de meesten van ons.
Dit betekent niet dat Van der Meer koninklijke voorkeuren als bewijs voor het fenomeen gebruikt. In plaats daarvan heeft ze andere theorieën in aanmerking genomen en zich op de empirische gegevens geconcentreerd, en haar conclusie is duidelijk.
“De verklaring dat we baby’s wiegen in de arm die we het minst gebruiken, is ook waar als we rekening houden met andere factoren”, zegt hij.
Het fenomeen is echter alleen van toepassing op baby’s. Naarmate kinderen groter en zwaarder worden, hebben de meeste mensen de neiging ze te dragen met hun dominante en sterkere arm.