Laatst geüpdatet op september 12, 2017 by Redactie
Jongeren met psychopatische eigenschappen tonen relatief vaak agressief en delinquent gedrag. Ook onder gevangenen komt psychopathie relatief vaak voor. Daarom is het belangrijk hen goed te kunnen herkennen. Er is eerder onderzoek gedaan naar psychopathie, ook onder jongeren. Maar over de beste meetmodellen om psychopathie onder jongeren wordt nog veel gediscussieerd.
Kenmerken van psychopathie
Onderzoeker Wendy Zwaanswijk ontwikkelde en testte een nieuw meetmodel om psychopathische jongeren te beschrijven. Hiervoor is uitgegaan van een model met drie factoren of drie bouwstenen: interpersoonlijk, affectief en gedragsmatig. Psychopaten tonen op het interpersoonlijke vlak onder meer een (oppervlakkige) charme, arrogantie en narcisme. Ook liegen ze makkelijk. Qua gevoelsleven (het affectieve) is sprake van ongevoeligheid, oppervlakkigheid en het ontbreken van schaamte of schuldgevoel. De gedragskenmerken zijn: impulsiviteit, onverantwoordelijkheid, behoefte aan opwinding en grensoverschrijdend gedrag. Die gedragskenmerken leiden, in combinatie met de andere dimensies, vaak tot delinquentie.
Naast het analyseren van verschillende meetmodellen voor psychopathie heeft Zwaanswijk ook subgroepen van jongeren met psychopathische eigenschappen onderscheiden. Psychopathie kan zijn aangeboren (primaire vorm) maar het kan ook ontstaan door misbruik, mishandeling en andere trauma’s in de kindertijd (secundaire vorm). Zwaanswijk maakt dat onderscheid ook in haar onderzoek. De niet-aangeboren vorm heeft als kenmerk verhoogde niveaus van angst- en depressie bij de jongeren, terwijl de meer aangeboren vorm juist lage angstniveaus laat zien. Door psychopathische eigenschappen en niveaus van angst te combineren, komt ze tot vijf groepen met verschillende problemen:
Primaire pyschopathie Secundaire psychopathie
1. Hoog Hoog
Gedragsproblemen, problemen met vriendschap, laag zelfvertrouwen (8%)
2. Hoog Laag
Iets meer gedragsproblemen maar verder weinig problematiek, hoge zelfwaardering (11%)
3. Laag Laag
Geen bijzonderheden
4. Laag Hoog
Laag zelfbeeld
5. Gemiddeld
De jongeren in groep 1 vormen de grootste risicogroep: hun aanleg voor psychopathie kan versterkt worden door beschadigende omgevingsfactoren in de kindertijd. De jongeren in groep 2 lopen ook risico maar minder. Zwaanswijks onderzoek laat zien dat niet alle jongeren die hoger scoren op psychopathie hetzelfde zijn, en ook aan dat niet alle jongeren die hoger scoren op psychopathie dezelfde gedragsproblemen ervaren.
Het goede nieuws is dat psychopathie niet per se negatief hoeft uit te pakken. Sommige psychopaten schoppen het met hun charme, hun behoefte aan opwinding en hun ongevoeligheid ver in de maatschappij. Het criminele pad hoeft niet het enige pad te zijn.