Laatst geüpdatet op juni 9, 2021 by Redactie
Een gezichtsuitdrukking of het geluid van een stem kan veel zeggen over iemands emotionele toestand; en hoeveel ze onthullen hangt af van de intensiteit van het gevoel. Maar is het echt waar dat hoe sterker een emotie, hoe begrijpelijker deze is? Een internationaal onderzoeksteam bestaande uit wetenschappers van het Max Planck Institute for Empirical Aesthetics, New York University en het Max Planck NYU Center for Language, Music, and Emotion (CLaME) heeft nu een paradoxale relatie ontdekt tussen de intensiteit van emotionele expressies en hoe ze worden waargenomen.
Emoties variëren in intensiteit. Een persoon die wordt aangevallen door een huiskat, kan heel goed angst voelen; maar hun angst zou zeker nog groter zijn als een leeuw of tijger hen zou aanvallen. Onze emoties verschillen dus in mate van kracht. Maar hoe beïnvloedt dit ons vermogen om betekenis af te leiden uit hoe een emotie wordt uitgedrukt? Onderzoek naar emoties heeft tot nu toe aangenomen dat emotie-uitingen duidelijker worden naarmate hun intensiteit toeneemt. Maar er is weinig empirisch bewijs om dit intuïtief klinkende idee te ondersteunen.
Een team van onderzoekers uit Frankfurt am Main en New York heeft nu voor het eerst systematisch de rol van emotionele intensiteit onderzocht. Ze verzamelden een veelvoud aan non-verbale geluiden, waaronder geschreeuw, gelach, zuchten, gekreun, enz. Deze geluiden drukten allemaal verschillende positieve en negatieve emoties uit, variërend van minimale tot maximale emotionele intensiteit. Vervolgens onderzochten ze hoe luisteraars deze geluiden anders waarnamen, afhankelijk van de emotionele intensiteit die ze uitten.
Lees ook: Zo merk je de goede dingen in je leven op
Het team kwam tot een verrassende conclusie: in het begin, toen de intensiteit van de emoties toenam, verbeterde het vermogen van de deelnemers om ze te beoordelen ook, waardoor ze een soort ‘sweet spot’ bereikten bij het waarnemen van matige tot sterke emoties. Toen de emoties echter maximaal intens werden, nam hun leesbaarheid behoorlijk drastisch af. Hoofdauteur Natalie Holz van het Max Planck Institute for Empirical Aesthetics legt uit:
“Achterintuïtief ontdekten we dat maximaal intense emoties niet de gemakkelijkste zijn om betekenis uit af te leiden. In feite zijn ze de meest dubbelzinnige van allemaal.”
En de paradox? Voor extreem intense emoties konden noch hun individuele categorieën, zoals verrassing en triomf, noch valentie, zoals aangenaam en onaangenaam, betrouwbaar worden onderscheiden; evenmin konden ze worden geclassificeerd als positiever of negatiever. Niettemin werden zowel de intensiteit zelf als de staat van opwinding consistent en duidelijk waargenomen. Holz suggereert een reden hiervoor:
“Bij piekintensiteit zou de meest vitale taak kunnen zijn om grote gebeurtenissen te detecteren en de relevantie te beoordelen. Een meer fijnmazige evaluatie van affectieve betekenis kan secundair zijn.”
Het artikel van het onderzoeksteam maakt duidelijk dat emotionele intensiteit een dominante factor is in de perceptie van emotie, maar op een veel complexere manier dan eerder werd gedacht. Dit vormt een uitdaging voor de heersende theorieën over emotie. De studie van emotionele intensiteit, en van piekemoties in het bijzonder, kan ons begrip van affectieve ervaring en hoe we emoties communiceren, verrijken.